7 simpele tips om een tekst aantrekkelijker te maken

Je hebt geen gouden pen nodig om een aantrekkelijke tekst te schrijven. Vaak doen een paar simpele tweaks al wonderen, ook als je geen kaas hebt gegeten van de Nederlandse taal. Warm je vingers dus maar vast op, want deze 7 tips helpen jou je lezer een snackable tekst voor te schuiven.

1. Zet je lezer op de eerste plaats

Zoekend naar informatie over een product, scroll je over de website van je lokale kaasboer. Of er bepaalde allergenen in de geitenkaas zitten, kun je niet zo snel vinden. Wel een uitgebreid verhaal over het ontstaan van het eeuwenoude familiebedrijf. Reuze interessant (not), maar dat was niet waar je naar zocht. Een typisch geval van een eigenaar die trots z’n verhaal wilt vertellen, maar geen rekening houdt met z’n lezer.

Wil je dit in jouw teksten – of dat nou een blog, brochure of webpagina is – voorkomen? Stel dan eerst vast wat je lezer wilt weten en met welke reden. Marketingmannen en -vrouwen noemen dit gegeven ook wel de zoekintentie. Je kunt dit logisch beredeneren, maar gegevens schetsen een duidelijker beeld.

Zo geeft een korte paginaduur of een hoge bounce rate aan dat bezoekers niet vonden wat ze zochten. Ook het uitvoeren van zoekwoordenonderzoek met tools als Google Trends en SE Ranking helpen je een handje verder. Vind je dit wat lastig? Kijk dan eens wat de SEO content kit van Reposed voor je kan betekenen.

lezer eerste plaats

Ik, jij, u of wij

Naast ‘wat’ je schrijft, bepaalt ook ‘hoe’ je de boodschap formuleert hoe aantrekkelijk een tekst is. Zo zijn teksten gericht aan de tweede persoon enkelvoud (je/jij of u) prettiger om te lezen, dan vanuit de eerste persoon enkelvoud (ik) of meervoud (we/wij). Kijk maar:

1. Wij sturen je een offerte per mail
2. Je ontvangt een offerte van ons per mail

Hoewel deze zinnen exact dezelfde informatie bevatten, staat bij de tweede zin de lezer in de spotlight en niet de schrijver. Dit maakt teksten leuker om te lezen. Ook geeft het een persoonlijke touch. Wees je wel bewust van het verschil tussen ‘je’ en ‘jij’. Zo geeft ‘jij’ meer nadruk aan een zin dan ‘je’. Hetzelfde gaat op voor ‘we’ en ‘wij’.

2. Maak een grove schets

Hold your horses. Ook als je hebt vastgesteld wat het doel van je tekst is, kun je niet lukraak gaan typen. Je tekst heeft namelijk een logische opbouw nodig. Dit geeft je tekst houvast, wat de kans verkleint dat iemand vroegtijdig de pagina verlaat of je flyer in de prullenbak gooit.

Je weet ongetwijfeld dat verhalen bestaan uit een een inleiding, kern en slot. Hierbij stilstaan en de ‘5 W’s + H’ beantwoorden helpt een tekst overzichtelijk en compleet te maken.

Wil je nog een stapje verder gaan? Verdiep je eens in het AIDA-model. Dit is een tijdloos marketingmodel dat helpt een boodschap, tekst of reclame-uiting zo te formuleren dat lezers of ontvangers overgaan tot actie.

Elke letter van het AIDA-model staat voor een fase. Schrijf je een verkoopbrief? Of wil je een pakkend bericht maken voor LinkedIn of Facebook? Ook dan bieden onderstaande fases houvast:

Attention (aandacht): maak de lezer bewust van het bestaan van je product, dienst of bedrijf.

Interest (interesse): zorg ervoor dat de lezer (afkomstig uit je doelgroep) je product, dienst of bedrijf interessant vindt.

Desire (verlangen): maak de lezer bewust van de voordelen die je product, dienst of bedrijf biedt.

Action (actie): trigger je lezer om een actie te verrichten in lijn met de doel van je tekst.

Met name deze laatste stap is belangrijk, de call to action (cta). Je wilt je lezers immers activeren zich ergens voor in te schrijven, een reactie achter te laten of een aankoop te doen. Bij het formuleren en vormgeven van een CTA is het belangrijk om deze zo duidelijk en makkelijk mogelijk te maken.

Zet bijvoorbeeld een opvallende button met goed leesbare tekst op je website of maak een QR-code voor op je flyer. Ook geldt: hoe minder stappen iemand moet nemen, hoe groter de kans is dat diegene het gehele proces doorloopt.

3. Mascara voor je tekst

Ook met een aantal simpele opmaaktrucjes maak je een tekst snel aantrekkelijk. Zo helpt het om:

  • Tussenkoppen te gebruiken in de juiste vorm (H1, H2, H3, etc)
  • Voldoende witruimte te creëren
  • Woorden vet of cursief te maken
  • Passende afbeeldingen of video’s te gebruiken
  • Opsommingen toe te voegen (met een maximale lengte van 5 punten)

Deze punten maken een tekst scanbaar. Hierdoor kan een lezer in een oogwenk bepalen of de tekst de moeite waard is. Ook maakt het de pagina luchtiger, waardoor lezers minder snel afhaken.

mascara voor je tekst schrijftip

4. Beeldend schrijven

Ook als je geen beelddenker bent, is (ver)beeldend schrijven een eitje met onderstaande tips. Pas ze toe en laat je stoffige teksten in no-time shinen als een diamant.

Gebruik vergelijkingen

Vergelijkingen maken een tekst herkenbaar, omdat je een beeld bij iemand oproept. Hierdoor voelen lezers sneller een connectie met jou en je tekst. Het bedenken van een goede vergelijking zit ‘m in associëren. Heb je een zin op papier staan die je wilt opfleuren? Ga dan bij ieder woord of zelfstandig naamwoord na waar dat je aan doet denken en of lezers deze creatieve gedachtenkronkel zullen herkennen.

Wees hier streng in, want als je de plank misslaat raak je je lezer kwijt. Twijfels over je schrijfsels? Laat je tekst doorlezen door een tweede paar ogen. Zo weet je zeker of het kwartje valt.

Kies interessante werkwoorden

Ik liep naar de Albert Heijn
Ik strompelde naar de Albert Heijn

Beide zinnen vertellen dat iemand zich met de benenwagen naar de lokale supermarkt begeeft. Het beeld dat de eerste zin oproept is echter anders dan die van de tweede.

Zo biedt het woord ‘liep’ ruimte voor interpretatie. Hoogstwaarschijnlijk zie je een ‘gewoon’ iemand voor je, die probleemloos naar de appie loopt. Niet heel boeiend, toch? De tweede zin roept echter vraagtekens op. Waarom strompelt deze persoon? Wat mankeert hij precies? Waarom gaat hij naar de Albert Heijn en niet naar de dokter?

Sta tijdens het schrijven van een tekst hier niet te veel bij stil. Dit haalt je uit de flow van je verhaal. Lees zodra de tekst af is, deze nog eens na en sta bij elke zin stil of de zin specifieker of interessanter wordt als je andere werkwoorden zou kiezen. Met name werkwoorden die je met je zintuigen verricht (zoals horen en zien) verdienen hierbij wat extra aandacht.

Een aantal van mijn favoriete werkwoorden:

  • Turen (in plaats van kijken of zien)
  • Staren (in plaats van kijken of zien)
  • Speuren (in plaats van zoeken)
  • Klappertanden (in plaats van het koud hebben)
  • Snuffelen (in plaats van ruiken)
  • Opsnuiven (in plaats van ruiken)
  • Betasten (in plaats van aanraken)
  • Schrokken (in plaats van eten)
  • Toveren (in plaats van maken)

Wees selectief met bijvoeglijk naamwoorden

Ik werp mijn handdoek uit op het prachtige strand van Tenerife.
Ik werp mijn handdoek uit op het pikzwarte strand van Tenerife.

Bijvoeglijk naamwoorden zijn er om zelfstandig naamwoorden kracht bij te zetten of iets te verduidelijken. Uit de eerste zin kun je alleen opmaken dat iemand het strand op Tenerife kennelijk mooi vindt. Maar hoe deze eruitziet? Ongetwijfeld langwerpig, goudgeel en met een turquoise zee erachter? Zou kunnen, maar op Tenerife zijn ook stranden met – heus waar – zwart zand.

Mocht de schrijver van deze zin zich op zo’n strand bevinden, dan roept hij een verkeerd beeld op met het woord ‘prachtig’. Daarom is het beter om zo specifiek mogelijk te zijn met het gebruik van bijvoeglijk naamwoorden.

Tenerife zandstrand

Schrap om deze reden gerust nietszeggende woorden als fantastisch, mooi, prachtig, leuk en heerlijk en vervang deze door een bijvoeglijk naamwoord dat de situatie duidelijk omschrijft.

Ook helpt het om in te spelen op emoties. Zo roept het woord ‘luguber’ net een iets ander gevoel op dan ‘eng’ en is ‘betoverend’ een stuk krachtiger dan ‘mooi’. Wil je een kleur benoemen om de situatie te verduidelijken? Wees ook hier – weer – zo specifiek mogelijk. Zo roept ‘mosterdgeel’ een ander beeld op dan ‘kanariegeel’ of ‘oker’.

Schrijf zoals je praat

Nu niet meteen in het Fries of plat Amsterdams gaan ratelen, want daar kan menig lezer geen touw aan vastknopen. Het gaat er met name om dat je geen fancy formuleringen gebruikt. Dit maakt een tekst lastiger om te lezen, omdat je hersenen meer moeite moeten doen het te interpreteren.

En daarbij: wie zegt er vandaag de dag nog ‘echter’, ‘tevens’ of ‘elders’ in een zin? Ik in ieder geval niet. Laat ze daarom vooral achterwege. Ook het gebruik van jargon – in een informele tekst – kunnen lezers niet waarderen. Je plaatst jezelf hier mee op een voetstuk en laat je ‘domme lezer’ onwetend. Kun je niet anders dan een vakterm gebruiken? Leg dan daarna in normaal Nederlands uit wat deze term inhoudt, zonder je lezer als een klein kind te behandelen.

Oh, en laat trouwens ook vooral clichés achterwege. Niemand wordt blij van een ‘creatieve’ zin die nog vaker herkauwd is dan het voedsel in de maag van een koe. Zo gaan mijn nekharen overeind staan van vacatureteksten die beginnen met: ‘Ben – of ken – jij …?’ Omdat deze zinnen al zo uitgemolken zijn, dagen ze de lezer niet meer uit om verder te lezen. En daarbij: wie zou die zin nou ooit hardop zeggen?

5. Zeg ‘dag’ tegen deze woorden

Hoewel elk woord betekenis heeft, voegt niet elk woord waarde toe. Kom je woorden tegen in jouw tekst die nietszeggend zijn? Druk op delete! Zo kun je de volgende woorden gerust verwijderen:

  • Kunnen, zullen, moeten, mogen, willen en worden (hulpwerkwoorden)
  • Heel, zeer, veel of erg gevolgd door een bijvoeglijk of zelfstandig naamwoord
  • Soms, vaak, regelmatig, wel eens, meestal (zwakt tekst af)
  • Toen en terwijl (niet nodig bij vlotte formulering)
  • Namelijk en feitelijk (komen belerend over)
  • Kortom (lokt onnodig herhalen uit)
  • Verkleinwoorden (hebben een betuttelend effect)
  • Niet en geen (lokt schrijven in de ontkennende vorm uit)
  • Eigenlijk en gewoon (tja, deze voegen simpelweg niets toe)
  • Uiteindelijk, tot slot, ten slotte (bij een goede opbouw zijn deze woorden overbodig)

Maar mag je deze woorden dan nooit gebruiken? Natuurlijk wel! Ook een actieve schrijfstijl zorgt er automatisch voor dat je deze onnodige woorden minder gebruikt. Zelf ben ik geneigd het woord ‘namelijk’ te pas en te onpas in mijn teksten te zetten. Aan het eind gebruik ik daarom de zoekfunctie om te controleren hoe vaak dit woord in de tekst staat, zodat ik deze – waar nodig – kan verwijderen.

6. Deze tekst is geschreven door Jasmijn

Actief schrijven. De een doet het van nature, voor de ander is het aanleren ervan een flinke klus. Gelukkig is er één simpele truc waarmee je passieve zinnen kunt detecteren. Je hoeft alleen maar te kijken of er zinnen zijn die een variant van het hulpwerkwoord ‘zijn’ bevatten. Dit kun je doen door in je te tekst te zoeken op bijvoorbeeld ‘word’ en ‘zijn’.

Neem ook de bovenstaande titel eens onder de loep. Zie je dat ik het hulpwerkwoord ‘is’ heb gebruikt? Hier maak ik de zin onnodig lang en wollig mee. Maar hoe maak je zo’n zin weer actief?

De truc is achterhalen wie de handeling heeft uitgevoerd. Dit kun je vaststellen door de vraag ‘door wie …’ te stellen. Door wie is de tekst geschreven? Antwoord: Jasmijn. Jasmijn zou dus onderwerp moeten zijn om de zin actief te maken, gevolgd door het werkwoord: Jasmijn schrijft deze tekst.

7. Pas het ‘mand’-principe toe

Schrijven is schrappen. Pijnlijk, maar waar. Vooral als je eeuwen op een zin hebt gebroed, is het lastig deze te deleten. Maar hé? De lezer staat voorop, dus druk die knop genadeloos in. Je zult zien dat het je teksten korter en bondiger maakt. Zelf hanteer ik hier twee vuistregels voor:

Vuistregel 1: vraag je bij elke zin af of deze wat toevoegt aan de tekst.

Vuistregel 2: staat er een komma in de zin? Kijk of je er een punt van kunt maken.

Vuistregel 1 zorgt ervoor dat de inhoud toegevoegde waarde heeft en dat je alleen de informatie verstrekt waar de lezer behoefte aan heeft. De tweede regel verhoogt de leesbaarheid van de tekst. Korte zinnen zijn namelijk makkelijker te behappen. Houd je ook aan het maximum van één komma per zin, tenzij je een uitbreidende bijzin gebruikt.

Oefenen, oefenen en nog eens oefenen

Schrijven is net als wiskunde. Je kunt de uitleg van de theorie en de antwoorden van de sommen wel bekijken, maar echt begrijpen doe je het pas als je er actief mee aan de slag gaat (wiskundige wonders uitgezonderd). Pak deze schrijftips erbij als je gaat schrijven, zodat je een aantrekkelijke tekst uit je toetsenbord tovert.

Maar wacht, en Google dan?

Google is belangrijk, maar je lezers zijn het belangrijkst. Schrijf je tekst daarom voor je lezer en niet voor een zoekmachine. Deze worden ook steeds slimmer, dus lastiger om de tuin te leiden. Zoekwoordenonderzoek doen kan echter geen kwaad. Zo weet je precies waar lezers op zoeken en aan welke informatie zij behoefte hebben. Let er wel op dat je niet te veel key words in je tekst propt. De SEO proof tekst moet wel leesbaar blijven.

Wist je trouwens dat Google je webpagina’s vaker toont, naarmate je Domain Authority (DA) hoger wordt? Linkbuilding kan je hierbij helpen. Hoe meer betrouwbare links namelijk naar jouw site linken, hoe beter zoekmachines jouw website vinden. Leuk om te weten: zelfs ‘oude’ trucjes als linkjes plaatsen op een startpagina werken nog altijd. Zo refereer ik naar een van mijn New York blogs (Gratis activiteiten New York) op een dochterpagina van Begincool.nl om mijn DA te verhogen.

Leave a Comment